MasalaDosa

Morgen Masala Dosa

In Mysore, een van onze laatste bestemmingen in India, hebben we sinds ongeveer een week hetzelfde ochtendritueel: we staan op, ik ga de deur uit voor een yoga-sessie en daarna ontbijten we bij een lokaal cafeetje verderop. Op de een of andere manier is dat prettig, bekende dingen doen in een onbekende omgeving. Dezelfde route rijden, fruit halen bij dezelfde fruitstal. Dat vind ik het mooie van reizen: een evenwicht vinden tussen het genieten van de vrijheid van elke dag iets anders, en het genieten van herkenbare dingen en regelmaat.

In ons ontbijtcafeetje worden we elk ochtend door dezelfde jongen begroet en bestellen we iets bij hem uit het eenvoudige menu. Een Chai en een klein gerechtje met geweldige sausjes of een simpel maar heerlijk bordje rijst met curry. Ondanks het eenvoudige menu zit het café elke ochtend stampvol. En terecht, want het is fantastisch eten. Culinair India is een genot en even wonderlijk en kleurrijk als de Indiërs zelf.

En Indiaas eten verveelt nooit (hoewel ik sommige mensen om redenen die ik nooit zal begrijpen weleens het tegendeel hoor beweren). Elke dag het vooruitzicht Indiaas te gaan eten, je zal er maar mee gestraft worden. Voor ons is het in ieder geval nooit genoeg. Een Thali bijvoorbeeld, een gerecht van rijst, brood, verschillende curries en bijgerechten, geserveerd op zilveren schaal of een bananenblad. Of een Masala Dosa, onze favoriet. Dat is een soort dunne opgerolde pannenkoek met een gekruid mengsel van aardappel en ui er in.

Reizen en eten gaan geweldig samen. Misschien is proeven wel het ultieme reizen. Want er gaat niets boven aankomen in een wereld die je niet kent, een onbekend lokaal restaurant binnenlopen en je te laten verrassen door het lokale eten. Zeker in India, waar elke streek zijn eigen specialiteiten heeft. Tijdens onze reis door het zuiden hebben we er heel wat geprobeerd. Er zijn er eigenlijk teveel om op te noemen.

In Kerala zaten we meestal in homestays (echt dé manier om culinair te reizen) waar de moeder of grootmoeder des huizes vroeg in de ochtend Puttu, Idly, Sambar, Dosa, Idiyappam en allerlei chutneys voor ons bereidde. Elke keer anders, maar bijna altijd geweldig lekker. Dan de deur uit voor een zelfbedachte excursie en op tijd weer terug voor een lunch met Chapattis, Parathas, Fish curry, Vegetable stew of andere gerechten waarvan ik de naam alweer vergeten ben.

Maar begrijp me niet verkeerd: (culinair) reizen in India is niet alleen maar hosanna. India is een land van extremen en je moet wel ergens tegen kunnen. Het land is vol van alles en gaat letterlijk en figuurlijk onder je huid zitten. Veel mensen vinden het er te druk en te vies en je moet dan ook opletten waar je eet, zeker als je geen sterke maag hebt. Toch, als je zeker weet dat het vers gemaakt is en je geen water uit de kraan krijgt, kun je de kleinste lokale restaurantjes proberen. Overal vind je eten om je vingers bij af te likken. Wel eerst even je handen goed wassen, natuurlijk…

Ik zie daarom wel een beetje op tegen die keurige meergranenboterham met oude kaas als we straks weer in Nederland zijn. Weer snel terug naar India dan. Naar het noorden bijvoorbeeld, Dehli, Kashmir en Jammu, de Himalaya, waar het eten ook al even geweldig schijnt als het landschap, de cultuur en de mensen. Zo lang we hier nog zijn, genieten we nog even. Ja, morgenochtend maar weer een Masala Dosa!

Deze blog verscheen eerder op De Aziatische Tijger

Leave a Comment