Weerzien met Lady Penh

Na tien jaar ben ik terug in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. De eerste keer kwam ik hier als back-packer om de wereld te ontdekken. Nu ben ik er om verhalen te schrijven. Tien jaar is een lange tijd, maar op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd in de stad van Lady Penh, de mythische vrouwfiguur die, zo wil de legende, aan de oevers van de Mekongrivier vier gouden Boeddhabeelden vond en op een heuvel (= phnom) een tempel bouwde.

Door de brede avenues met palmbomen en de mix van noedels, verse kokosnoot en baguettes, is de stad een kruising tussen een Aziatische metropool en een Franse provinciestad. Op straat heerst een milde chaos, maar is de sfeer nog steeds even gemoedelijk. Al is de volumeknop wel een stukje verder opgedraaid: er zijn meer mensen en er is meer verkeer.

Bedelaars en gelukszoekers

Pas later merk ik grotere verschillen op met tien jaar geleden. Tussen de tuk-tuks en fietstaxi’s rijden nu ook dure Porsches en aan de skyline van de stad zijn grote wolkenkrabbers verschenen. Er zijn tientallen luxe boetiekjes waar de Cambodjaanse nouveau riche haar knisperende dollars kwijt kan, maar erbuiten lopen nog dezelfde bedelaars en gelukszoekers die van een paar dollar per dag moeten zien rond te komen. Arm en rijk zijn nog inniger met elkaar verstrengeld dan voorheen.

Het grote geld heeft zijn intrede gedaan, maar zoals bijna overal profiteert alleen een kleine, stadse elite daarvan. Die concentreert zich onder meer in de kringen rond president Hun Sen en zijn corrupte vrienden. Hun Sen is al jaren de grote man in Cambodja. Helemaal nu ‘de vader van de natie’ en oud-koning Sihanouk dood is, en zijn zoon als nieuwe koning een puur ceremoniële functie heeft.

Hij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar. Al ruim twee decennia de “democratisch” gekozen leider van het land en de oppositie is verbannen, verdwenen of monddood gemaakt. Gestaag werkt hij aan een alsmaar groeiende reputatie als de nieuwe vader van de natie, met behulp van de zes staatszenders die vooral propaganda uitzenden over de goede daden van hem en zijn familie.

Gedwongen prostitutie

Een andere grote verandering is de enorme groei van de toeristenindustrie. Die is de afgelopen jaren gestegen van amper een miljoen toeristen in 2005 naar bijna 3 miljoen dit jaar, waarvan de meesten alleen Angkor Wat, Siem Reap en Phnom Penh bezoeken. De oude binnenstad is in een grote toeristenzone veranderd met overal zonnebrillenwinkels, internetcafés en pizzatenten. En tientallen bars met schreeuwerige neonlichten, waarvan sommigen bijna 24 uur per dag open zijn.

Het schrijnendst in Cambodja zijn de kinderprostitutie en het kindermisbruik. Met de toeristenindustrie is ook het sekstoerisme gegroeid en hierdoor is gedwongen prostitutie, mensenhandel en misbruik van kinderen een steeds groter probleem. Ronselaars zijn met name actief in plattelandsgebieden, waarvandaan meisjes, maar soms ook jongens vaak al op schrikbarend jonge leeftijd in de seksindustrie van Phnom Penh, Siem Reap of andere plaatsen terechtkomen.

Voor een verhaal dat ik hierover schrijf, interview ik Chin Chanveasna, de directeur van ECPAT, een lokale organisatie die campagnes voert tegen kindermisbruik in de toeristensector van Cambodja en toevallig deze week werd genomineerd voor een Nederlandse prijs . Vooralsnog is sekstoerisme iets waar alleen bij maatschappelijke organisaties serieuze aandacht voor is. Hoewel betrouwbare cijfers ontbreken, schat hij in dat er in totaal zo’n honderdduizend Cambodjanen in de seksindustrie actief zijn, waarvan zo’n twintigduizend kinderen onder de 18.

Kwetsbaarste groep

Vooral voor jonge kinderen is er vaak geen weg meer terug. Ze gaan verder de prostitutie in, en eindigen als ze geluk hebben in een go-go bar of massagesalon in de stad. Doordat kindermisbruik lang onzichtbaar blijft en de overheid er nauwelijks nog iets aan doet, heeft deze aller kwetsbaarste groep bij de campagnes van ECPAT dan ook de absolute prioriteit.

Van idealisme wil Chin Chanveasna echter niets weten. “We proberen het leven van zoveel mogelijk kinderen te redden en hun het recht om gewoon kind te zijn terug te geven. De wereld verbeteren is niet ons doel”. Na het gesprek pak ik een tuk-tuk terug naar mijn hotel in het oude centrum. We rijden langs verschillende massagesalons en bars. Voor even zijn de neonlichten uit en de deuren dicht.

Deze blog verscheen eerder op Frontaal Naakt

Leave a Comment