MG_8997

Warme regen, rode aarde

Een lange versie van dit verhaal verscheen als reisreportage in AD Reiswereld met als titel “Leven langs de Mekong”.

Het zware geluid van de regen roffelt op het golfplaten dak van het restaurant. Het is een van de laatste dagen van de moesson. Buiten plonzen dikke druppels neer in grote plassen die in mum van tijd aan de kant van de weg zijn ontstaan. Binnen staan mensen te schuilen en spelen een paar kleine kinderen met een dominospel op een houten bed zonder matras, waarop ook een man ligt te slapen.

Achterin staan twee kleine vrouwen in een geïmproviseerde keuken te koken. “Neem wat te eten!”, zegt een van hen. Een scherpe etensgeur verzamelt zich onder het dak. De Cambodjaanse keuken is verwant aan die van de buurlanden, maar heeft zijn eigen specialiteiten, zoals ahmok, het nationale gerecht van Cambodja: vis in een pittige marinade van kokosmelk, ronde pepers, limoen en citroengras. Als de vrouwen even later het eten in witte, geëmailleerde schalen serveren, vult iedereen een bordje. Ondertussen spoelt de warme regen de straten van Kampong Cham schoon van stof en vuil.

In het oude centrum, gelegen aan de westelijke oever van de rivier, staat hier en daar een vervallen koloniaal huis uit de tijd dat de Fransen het hier nog Indochina noemden. Aan de lange boulevard langs het water staan op een verlaten veldje een paar verlaten kermisattracties weg te roesten. Sinds 2001, toen hier de eerste brug over de Mekong werd aangelegd, is het slaperige provinciestadje de poort naar het oosten van Cambodja, een van de gebieden waar de komende jaren een flinke groei in het toerisme wordt verwacht.

De volgende ochtend zijn de straten weer opgedroogd. Precies op tijd stopt het taxibusje voor het hotel. Instappen! gebaart een jonge vrouw, die de chauffeur blijkt te zijn. Met twaalf mensen aan boord lijkt het voertuig toch echt al vol, maar dat is een vergissing. In totaal blijken er twintig mensen en twee baby’s in te passen. Plus een tiental stuks bagage. Want wie betaalt mag mee. De reis gaat naar Kratie, een paar honderd kilometer stroomopwaarts.

Volgens de brochure van de Mekong Discovery Trail is de noordoostelijke regio vanaf Kratie gemakkelijk te verkennen. Het bedrijf organiseert meerdaagse wandel- en fietstochten door de uitgestrekte natuur. En boottochten over de Mekong. Een andere attractie ligt in Kampi, op zo’n 15 kilometer ten noorden van Kratie. Hier kun je Irrawaddy-dolfijnen spotten, die hier met uitsterven wordt bedreigd.

De weg naar het oosten voert eerst over de brug van de Mekong naar de andere oever, vervolgens slingert hij zich door het platteland, de rivier steeds verder achter zich latend. De weg is nog niet geheel geasfalteerd, en in de regentijd moeilijk begaanbaar. Desondanks heeft de nieuwe weg de reistijd naar Kratie aanzienlijk verkort en daarmee het ‘verre oosten’ van Cambodja een stuk dichterbij gebracht.

De weg meandert verder door zeeën van rijstvelden met daarin eilandjes van palmbomen en bamboe. Langs de kant van de weg lopen vrouwen en mannen met een krama op hun hoofd: de kenmerkende geblokte sjaal die veel Cambodjanen dragen. Als de taxi af en toe een paar minuten stopt is tot genoegen van de meeste passagiers elke keer een andere lokale lekkernij te koop, zoals kleine gekruide schelpen of gefrituurde insecten met stukjes rode peper.

Langs de hele oever van de Mekong richting Kratie liggen kleine dorpsgemeenschappen, ingeklemd tussen het water en de akkers, waarop boeren de grond nog met behulp van een os omploegen. Er staan alleen houten huizen, gebouwd op palen, waaronder kippen en varkens in de modder scharrelen. Hoewel het land de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, lijkt het hier alsof de tijd stilstaat. Alleen de traag voorbij stromende rivier herinnert eraan dat niet alles hetzelfde blijft.

De grootste opkomende bestemming van Cambodja is het zuidwesten. In het gebied rondom de Cardamom mountains in de provincie Koh Kong liggen verschillende natuurparken met een van de laatste stukken tropisch regenwoud en mangrovebos in Zuidoost Azië. Vlak voor de kust liggen verschillende eilanden met kilometers verlaten strand. Koh Kong is goed bereikbaar, maar toch zagen de meeste toeristen dit gebied voorheen alleen maar op weg naar of vanaf de grens met Thailand. Sinds een paar jaar is dat aan het veranderen.

Volgens de ticketverkoper bij de Central Market in Phnom Penh duurt de rit naar Krong Koh Kong ongeveer vier uur. “Maar als de bus pech heeft, duurt het misschien een uurtje of twee extra”. Hij knikt in de richting van een oude, gammele touringcar. “Oude bussen begeven het soms”, legt hij uit, “maar overal is wel een monteur te vinden, dus wat er ook gebeurt, een bus komt hier altijd aan!”

Onderweg naar het zuidwesten verandert het landschap langzaam van karakter. Tussen velden vol suikerriet en bananenbomen verschijnt steeds roder gekleurde aarde, kenmerkend voor deze streek. Halverwege de rit stopt de bus al toeterend bij een restaurant op een kruispunt van twee snelwegen. Er is een klein dorp ontstaan vol handelaars en straatventers.

Vanaf de kant van de weg komen meisjes en jongens door het rode, opgewaaide stof naar de bus toegelopen. Ze dragen grote schalen met zakjes gesneden ananas en mango boven hun hoofd. De meeste kinderen zijn niet ouder dan een jaar of tien. Sinds het einde van de burgeroorlog, waarbij naar schatting een kwart van de bevolking omkwam, is er een ongekende geboorte explosie. In amper twintig jaar tijd is de populatie verdubbeld naar ruim 14 miljoen mensen en de helft van alle Cambodjanen is daardoor jonger dan 22 jaar. Omdat de bevolking op het platteland arm is en er grote gezinnen zijn, kunnen de meeste kinderen niet naar school en moeten ze werken.

Verderop ontstaat een lange rij voor een glazen loopkarretje waar een vrouw lange stengels suikerriet door een ijzeren pers duwt, terwijl een man aan een groot wiel draait. Het sap dat zich in een bakje heeft verzameld gaat in plastic bekers met blokjes ijs en een gekleurd rietje erin. Als iedereen geholpen is en weer is ingestapt, vervolgt de bus zijn weg richting het zuiden. Regelmatig klinkt er een vreemd geluid van onder uit de motor, maar de bus rijdt – zij het met horten en stoten – verder door het rood en groen gekleurde landschap. Wat er ook gebeurt, hij komt op zijn bestemming aan.

Leave a Comment