FKK13

Guimarães

nze zomer in Portugal was al geslaagd, maar we bleken het beste voor het laatst te hebben bewaard: Guimarães, de kraamkamer van Portugal. Hier huist de ziel van het land en is al het moois verzameld: van architectuur en geschiedenis tot kunst en mode. Zelfs de mensen lijken hier mooier. Wie houdt van oude steden, cultuur, heerlijk eten en drinken, móet hierheen.

Schoonheid

Ik had wel eens van Guimarães gehoord. Iets met voetbal geloof ik, verder niet. Ik had dus ook geen enkel idee hoezeer een bezoek de moeite waard zou zijn. Het eerste dat opvalt is de schoonheid. In het historische centrum, geheel UNESCO werelderfgoed, vind je het ene na het andere monumentale pand met de gevel beplakt met Azulejos, beschilderde keramieken tegels, soms met historische of Bijbelse taferelen.

Ook zijn de straten letterlijk brandschoon en de gebouwen perfect onderhouden. Aftanse, vervallen (maar toch ook mooie) panden, zoals in Porto, vind je hier niet. Volgens iemand die ik spreek was dat tot 15 of 20 jaar geleden nog wel zo, maar met Europees geld werd het centrum helemaal opgeknapt. Vorig jaar was Guimarães culturele hoofdstad van Europa en werd het nog maar eens onder handen genomen.

Het centrum is vrij klein en prima te voet te doen. Er zijn hier en daar wel wat steile straten, want de binnenstad is gebouwd op een heuvel met helemaal bovenop het kasteel van Guimarães. Dit is heilige grond voor de Portugezen. De eerste koning, Afonso Henriques, werd hier geboren en won vlakbij de beslissende veldslag die Portugezen beschouwen als het begin van hun onafhankelijkheid. Als je van ridders, zwaarden en strijdverhalen houdt, kun je hier je hart ophalen.

Feest

Wij niet. Wij vallen op een andere manier met onze neus in de boter. Want het is Gualterianas, een folkloristische feestweek die sinds 1906 jaarlijks gehouden wordt en in het teken staat van dans, theater en muziek. We zijn niet perse fan van volksdansen, trommelaars en fluitmuziek, maar de sfeer werkt aanstekelijk. De straten, pleinen en parken staan dag en nacht vol met duizenden mensen, overal is reuring en vrolijkheid. En wij doen mee.

We kunnen niet anders. Hele families zijn met elkaar op stap, en zelfs opa’s en oma’s en kleinkinderen feesten tot laat mee op straat. Naast de volksdansuitvoeringen overdag, spelen er ’s avonds een paar vreemde, experimentele livebandjes voor het wat jongere, hippe publiek. Voornamelijk kettingrokende meisjes met glaasjes port en zweterige jongens met baarden en flesjes bier. Maar feesten kunnen ze.

Eten

Ondanks ons enthousiasme over Portugal, is er toch ook een duidelijk minpunt: het eten. De Portugese keuken is zonder twijfel heerlijk, maar als je vegetarisch wilt eten zoals wij, voel je je een dolende in de woestijn. Er is bedroevend weinig keus, in de meeste restaurants kun je een omeletje met kaas nemen of een salademix. Niet echt een feest. We hadden ons er na 3 weken al bijna bij neergelegd, tot we hier in Guimarães eindelijk een aantal restaurants tegenkomen waar je wél lekker vegetarisch kunt eten.

De eerste avond stuurt de eigenaar van het hostel ons de heilige heuvel op, waar vlakbij het kasteel een volledig vegetarisch restaurant is met de alleen al smakelijke naam Cor de Tangerina. We zien meteen dat ze hier hun neus ophalen voor de standaard vegaprak van omeletten en salades. Hier wordt haute cuisine vegetarisch gekookt.

Om te beginnen krijgen we een heerlijke en goed gekruide groentesoep, waarvan ik de naam ben vergeten, met een bijgerecht van brood, humus met gekonfijte ananas en zelfgemaakte sesamtoastjes. Daarna het hoofdgerecht van rijst met rozemarijn, gegrilde groenten en gerookte tofu in een soort jachtsaus met zongedroogde tomaatjes erbij. Het eten is echt om het bord bij af te likken. Vegetarisch eten zoals het bedoeld is: lekker tot de laatste hap zonder dat je ook maar één keer aan vlees denkt.

Nog meer eten

De laatste avond gaan we naar Manifestis Probatum, een tapasrestaurantje dat we op internet hebben gevonden. Op de kaart staan allerlei vegetarische opties, gemaakt van streekproducten. Hoogtepunt is het toetje: filodeegpakketjes met geitenkaas en wilde bessen en kruimige vruchtentaart uit de oven. Ik drink de favoriete wijn van de eigenaar: een volle, fruitige rode van een kleine lokale producent genaamd Grambeira. Wow, onthouden die naam.

Het werd zo’n avond waarvan je op het einde wil dat hij opnieuw begint. Een goed afscheid van Guimarães, een stad waarover ik alleen nog maar kan zeggen: gaat dat zien en proeven!

Deze blog werd eerder gepubliceerd op Frontaal Naakt

Leave a Comment